maandag 10 september 2018

TITIKAKAMEER, het grootste en hoogste meer

De volgende wonderlijke dag op onze reis. Het TITIKAKAMEER. We worden opgehaald om 7.30 aan ons hotel en naar de haven gebracht.  Het is daar een drukte van jewelste. Veel bootjes en nog meer toeristen. Tja we zijn hier niet alleen, ik vrees dat het koppen lopen wordt vandaag. Ik volg onze ophaalster en weer slaag ik erin als eerste aan boord te gaan en de beste plaatsen te bemachtigen. Wij zitten op de 1ste rij. Da’s fijn, maar het is een grote boot er kan wel 40 man op en ja hoor een groep luidruchtige Hollanders, nog 2 zuidafrikanen, 3 Australiërs, 2 Italianen en wij. Pech,want die willen we nu net niet tegenkomen.  We verlaten de haven en onze gids Ramel begint te vertellen, over het meer hoe het ontstaan is, 60 km breed en 146  km lang, de Inca die uit het meer gekomen is, de sirene die er woont in een stad diep in het water….. interessant en ook leuk. We varen naar Taquile eiland, een eiland dat volledig zelfbedruipend is en waar de inwoners lang geen contact met de buitenwereld hebben gehad, een gemeenschap op zich met eigen regels en gewoontes; de vrouwen weven en de mannen breien en vanaf een bepaalde leeftijd dragen de mannen gebreide mutsen, de papa heeft die gemaakt, mannen die getrouwd zijn dragen een gekleurde muts en de vrijgezellen een witte. Zo kan je gemakkelijk zien wie nog beschikbaar is . De getrouwde vrouwen dragen een donkere rok de vrijgezellen gekleurde. Je mag niet scheiden, maar we mag wel eerst proberen dus 1,2,3,4,5,6,7,jaar proberen is geen probleem. De chiefs moeten zorgen dat alles in goede banen loopt en elk probleem oplossen……. En zo nog vanalles. Het eiland is prachtig, maar je kan geen stukje grond kopen, je kan er alleen maar wonen als je trouwt met een eilandbewoner  wat ondertussen wel kan want ze hebben daar wat last van inteelt.Allemaal wonderlijk.  we wandelen als enige groep rond op het eiland, ik vraag me af waar die andere toeristen zijn. Op het einde van onze tocht over het eiland zien we een andere groep aankomen waaronder onze Indonesische vrienden van de Canyon. Gelukkig weerziens.
Wij varen verder naar een ander eiland om te lunchen, een familie heeft daar pachamac voor ons klaargemaakt, eten koken met warme stenen onder de grond. Als we aankomen doet het vrouwtje nog een ritueel en breekt dan de stenen oven open er komen bonen en patatten en vis en vlees en banaantjes uit het blijft maar komen. En lekker misschien wel de beste lunch. En weer zijn we daar alleen.
Ik vraag mij af hoe dat komt, want dat moet toch nogal een organisatie zijn al die bootjes naar een ander eiland te sturen, maar Ramel vertelt me dat dat nu net de sterkte is van zijn organisatie, zij doen nu net de andere kant van het eiland of bezoeken eilanden die anderen niet doen. En inderdaad als we verder varen zien we alle andere bootjes samen op een andere plek liggen.
Onze laatste stopplaats is bij de Uros,  dat zijn mensen die op drijvende eilandjes wonen, gemaakt van riet. Ik snap er niks van maar wel komen eraan , alles beweegt en is inderdaad van riet. Op het eilandje waar wij waren wonen 5 families.  De “president" van het eiland legt ons haarfijn uit hoe zo’n eiland gebouwd wordt en over de gewoontes en tradities, dan mogen we in de hutjes kijken en in de keukentjes, en op het eiland rondlopen. Ramel vertelt ons nog dat heg ook deze mensen zijn die meegbouwt hebben aan die rieten boot waar ze de oceaan mee over gevaren zijn. Fantastisch allemaal maar ik krijg dan toch even genoeg van daar te zijn met die 40 andere toeristen. We zijn met meer toeristen dan eilandbewoners.
En dan vertrekt onze boot terug richting haven, en goed ook want ik  heb genoeg van die groep luidruchtige, betweterige, arrogante hollanders, was me dat een bende, die wil ik echt niet meer tegen komen.
Stefan en ik laten ons afzetten aan de plaza des Armas en drinken onze piscosour.  We overlopen de dag en beseffen dat weer eens dat we blij zijn dat we dit gezien hebben want het gaat niet blijven duren. Deze mensen met hun manier van leven en tradities, dat is fantastisch, maar ze willen ook allemaal een beter leven voor hun kinderen en doordat het toerisme er is kunnen ze hun kinderen laten studeren, maar die komen dan vaak ook niet meer terug. Hetzelfde met de mensen die in de bergen wonen en de terrassen onderhouden,  ook steeds minder en minder.
En dat is ook een beetje onze fout.

Geen opmerkingen: